Binnenklimaat

Het binnenklimaat heeft een belangrijke invloed op ons welbevinden, comfort en onze productiviteit

Onlangs verscheen een lang artikel in het FD over ventilatie. In dit artikel werd genoemd dat we in het westen ongeveer 90% van onze tijd binnenshuis (of op school of kantoor) doorbrengen. Onderzoek toont aan dat een slecht binnenklimaat vaak oorzaak is van veelvoorkomende gezondheidsklachten zoals vermoeidheid, hoofdpijn, en droge of geïrriteerde ogen. Andere onderzoeken noemen dat een goed binnenklimaat de productiviteit van werknemers met maar liefst 11% kan verbeteren.

Binnenklimaat bestaat uit veel verschillende onderdelen welke zijn te classificeren in 4 factoren

CO2

Door de focus op energie besparing en isolatie is de kwaliteit van de binnenlucht in de gebouwen waar we leven vaak sterk verslechterd. Waar tochtige huizen zorgden voor natuurlijke ventilatie, vraagt dit nu slimme automatische ventilatiesystemen. Wij merken in de praktijk dat de kwaliteit van de automatische ventilatiesystemen vaak onvoldoende is, en ventilatie door het openen van ramen en deuren noodzakelijk is. CO2 wordt uitgestoten door mensen, en is dus met name een probleem in afgesloten ruimtes, met meerdere mensen, en slechte ventilatie.

Luchtvochtigheid en temperatuur

Door de steeds betere isolatie is het steeds beter mogelijk overal een comfortabele temperatuur te garanderen. Het meten en regelen van binnentemperatuur is inmiddels in de meeste gebouwen best goed geregeld. Luchtvochtigheid is lastiger en met name in de winter een probleem door de droge lucht. Hoge lucht vochtigheid kweekt schimmels, lage luchtvochtigheid geeft lichamelijk onbehagen, en wordt in verband gebracht met extra Covid besmettingsgevaar doordat in droge lucht de uitgestoten druppeltjes kleiner blijven en zich dus verder kunnen verplaatsen. Ventilatie, automatische lucht bevochtigers, maar ook planten, kunnen helpen de luchtvochtigheid in gebouwen beter en gezonder te maken.

VOCs

Volatile Organic Compounds (VOCs) zijn een vrij diverse groep van vluchtige gassen die met name in verband worden gebracht met bouwmaterialen in nieuwbouw, maar ook met nieuwe materialen in bestaande bouw zoals vloerbedekking, meubels, apparaten en andere bedrijfsmiddelen. Ook printers kunnen Ozon uitstoten welke onder deze groep van gassen valt. Te hoge concentraties VOC’s kunnen het welbevinden en de productiviteit beïnvloeden en hoofdpijn en duizeligheid veroorzaken. Niet specialistische binnenklimaat sensoren meten VOC’s en geven deze weer in een overall Air Quality Index (AQI). Het totaalniveau van deze familie van binnenlucht vervuiling wordt dus helder weergegeven, maar de afzondelijke gassen worden bij deze meters niet uitgesplitst. Toch levert een algemene AQI een belangrijke bijdrage aan het bewaken van het binnenklimaat. Als de AQI cijfers rood worden op de meter, moet er beter worden geventileerd.

Fijnstof

Fijnstof wordt geklassificeert naar grootte. PM2.5 verwijst dan naar fijnstof met een grootte van 2,5 micron, en PM10 naar fijnstof met een grootte van 10 micron. Fijnstof wordt in ons land vooral veroorzaakt door verkeer, landbouw en industrie. Ook de natuur draagt bij aan fijnstof door vulkaanuitbarstingen, erosie en binnengeblazen woestijnzand, maar ook door stuifmeel uit bloemen. Fijnstof staat al lang bekend als 1 van de gevaarlijkste componenten van slechte lucht. Met name de kleinste deeltjes kunnen diep in de longen doordringen en daar daar schade aanrichten aan de longen maar ook aan andere cruciale interne lichaamsfuncties. Bij vuile buitenlucht is ongefilterd ventileren door middel van open ramen niet aan te raden. Goede ventilatie systemen hebben goede filters die het fijnstof afvangen. Daarnaast zijn er mobiele luchtreinigers die het fijnstof in de binnenlucht goed kunnen reduceren.

Conclusie

Het optimaal bewaken en reguleren van het binnenklimaat moet dus rekening houden met al deze factoren. Door het coronavirus is goede ventilatie ineens topprioriteit geworden in alle openbare ruimtes, waaronder het onderwijs, de zorg, de horeca en sportscholen. Hoe de ventilatie ook is geregeld, met open ramen of met complexe ventilatiesystemen, het dringende advies is om de luchtkwaliteit in elke ruimte voortdurend te meten en te monitoren via eenvoudig te plaatsen CO2-meters. 

Meten is belangrijk om de verantwoordelijke persoon (meestal de docent of andere verantwoordelijke), die ter plekke aanwezig is, in staat te stellen direct en adequaat in te grijpen op basis van objectieve meetwaarden. Bij groen is de luchtkwaliteit goed, bij geel is deze matig en mag er worden geventileerd, bij rood moeten de leerlingen of andere aanwezigen de ruimte uit en/of de ventilatie op maximaal (alle ramen en deuren open). Door de duidelijke indicatie op de meter wordt er niet te veel (energie verlies) maar ook niet te weinig geventileerd.

Luchtkwaliteit managen is het uiteindelijke doel van meten. Meten helpt om ter plekke adequaat te kunnen ingrijpen, door met de hand de ventilatie te regelen. In grotere omgevingen wordt gekeken naar eenvoudig te plaatsen oplossingen om de lucht te verbeteren in die gevallen waar open ramen (denk aan de winter) geen oplossing meer zijn. Er zijn uitstekende luchtbehandelingssystemen op de markt die eenvoudig geplaatst en verplaatst kunnen worden. 

De juiste combinatie van slimme CO2 meters met een goed te lezen display (zie bouwbesluit), ingebouwde mechanische ventilatie, mobiele lucht reinigers (let hierbij met name op VOC, fijnstof) en lucht bevochtigers is noodzakelijk om de 4 factoren van het binnenklimaat optimaal te te bewaken en te verbeteren.